Authors:
Bakker, M., Sibma, T., Hoen, S.
Abstract:
Antea Group projectnummer 463615 Antea Group heeft tussen 13 en 20 oktober 2020 een archeologisch veldonderzoek (proefsleuven, variant archeologische begeleiding) uitgevoerd aan de Opmeedenlaan te Meedhuizen. Directe aanleiding van dit onderzoek was de aanleg van een sleuf voor een nieuwe gasbuis langs de Opmeedenlaan en de Ideweersterweg bij Meedhuizen (zie afbeelding 2) waarvan circa 260 m door een gebied ging met een hoge archeologische verwachting (dubbelbestemming Waarde – Archeologie 4). Door een communicatiestoornis was het graven al (...)
Antea Group projectnummer 463615 Antea Group heeft tussen 13 en 20 oktober 2020 een archeologisch veldonderzoek (proefsleuven, variant archeologische begeleiding) uitgevoerd aan de Opmeedenlaan te Meedhuizen. Directe aanleiding van dit onderzoek was de aanleg van een sleuf voor een nieuwe gasbuis langs de Opmeedenlaan en de Ideweersterweg bij Meedhuizen (zie afbeelding 2) waarvan circa 260 m door een gebied ging met een hoge archeologische verwachting (dubbelbestemming Waarde – Archeologie 4). Door een communicatiestoornis was het graven al op 26 mei 2020 gestart, zonder omgevingsvergunning en archeologische begeleiding. De werkzaamheden zijn daarna stilgelegd in afwachting van de benodigde omgevingsvergunning en het goedkeuren van het Programma van Eisen (PvE). Toen beide gereed waren zijn de werkzaamheden in oktober 2020 vervolgd en afgerond. De te begeleiden ontgraving bestond uit twee sleuven langs de Opmeedenlaan. Het ging om een sleuf vanaf de Ideweersterweg langs de oostkant van de Opmeedenlaan naar huisnummer 6 en een sleuf langs de westkant van de Opmeedenlaan tussen huisnummer 6 en huisnummer 4. Het gehele tracé ligt in het buurtschap Opmeeden, dat zich deels bevindt op een Pleistocene dekzandwelving en deels in een gebied waar zich tot ver in het Holoceen veen bevond (zie afb. 4 in H3.1; plangebied op het AHN). Beide sleuven werden met elkaar verbonden door middel van een persing onder de Opmeedenlaan door, tegenover huisnummer 6. De begeleiding diende om eventueel aanwezige archeologische resten te documenteren en vondsten te verzamelen. Omdat het gebied aan het einde van de late middeleeuwen en in de vroegmoderne tijd overslibd is geraakt met klei, geldt voor het zuidelijke deel bij het buurtschap Opmeeden een hoge verwachting op middeleeuwse bewoningssporen in de top van het onderliggende zand of veen of in een van de direct daarop liggende kleilagen. Op een dieper niveau, onder het veen, in de top van de Pleistocene zandondergrond, is kans op vuursteenvindplaatsen uit de steentijd. Omdat de toplagen van de bodem in het noordelijk deel van het plangebied eerder al verstoord zijn geraakt door onder meer kabelaanleg, geldt hier alleen een steentijdverwachting. Tijdens de aanleg van de sleuf zijn geen nieuwe archeologische bevindingen gedaan. Over een groot deel van het tracé ten noorden van huisnummer 6, aan de oostkant van de Opmeedenlaan, was de bodemopbouw tot in het zand verstoord door lagen met (sub-)recent opgebrachte grond, kabels en drainage. Tussen beide huizen bleek de aanleg van de geplande sleuf, aan de westkant van de Opmeedenlaan direct naast de weg, niet mogelijk door de aanwezigheid van betonplaten. Een sleuf naast deze platen graven was ook niet mogelijk omdat de grond op sommige plekken vol lag met betonpuin. Besloten werd daarom om de sleuf enkele meters ten westen hiervan in het aangrenzende grasland te graven waarvoor dezelfde hoge archeologische verwachting geldt. Hier was de bodemopbouw op veel plekken nog wel intact maar zijn geen vondsten gedaan. Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de bodem ter plaatse van de sleuf direct ten oosten van de Opmeedenlaan tot 0,8 m –mv verstoord is. Dit deel van het plangebied kan dan ook worden vrijgegeven voor toekomstige ingrepen die niet dieper gaan dan 0,8 m -mv. Het deel ten westen van de Opmeedenlaan kan echter niet worden vrijgegeven. Het aantreffen van een veraarde veenlaag onder de meer recente ophooglagen geeft aan dat er hier een kans is op sporen vanaf de late middeleeuwen. Bij toekomstige ingrepen dient hier daarom rekening te worden gehouden met de eventuele aanwezigheid van archeologische sporen.
(Read More)